Nieuws
DBA update: Uber-uitspraak
We hebben het er recent al eerder over gehad, de ‘Uber-uitspraak- van de Hoge Raad. In dit artikel bespreken we kort wat deze uitspraak voor uw onderneming en het zzp-vraagstuk betekent.
Vanaf 1 januari 2025 zal de Belastingdienst actief gaan handhaven op schijnzelfstandigheid bij zzp’ers. Dit betekent dat organisaties goed moeten nagaan of hun zzp-constructies voldoen aan de regels van de Wet DBA. Het risico van niet voldoen kan groot zijn: naheffingen van loonheffingen, sociale premies en zelfs boetes liggen op de loer.
Schijnzelfstandigheid doet zich voor wanneer een zzp’er formeel als zelfstandige wordt ingehuurd, maar feitelijk een werknemer blijkt te zijn. Dit kan het geval zijn als de zzp’er onder werkgeversgezag werkt, het werk niet voor eigen rekening en risico uitvoert, of als de werkzaamheden volledig zijn ingebed in de organisatie van de opdrachtgever.
Let op! De gevolgen kunnen financieel ingrijpend zijn. De Belastingdienst kan achterstallige premies en belasting terugvorderen, en in ernstige gevallen kan zelfs een boete volgen. Zorg dat u tijdig inzicht heeft in de arbeidsrelaties binnen uw organisatie.
De Belastingdienst kijkt bij het beoordelen van zelfstandigheid naar drie kernvragen: ontvangt de zzp’er structureel loon? Is hij verplicht om het werk persoonlijk uit te voeren? En is er sprake van werkgeversgezag?
Als deze vragen allemaal met ‘ja’ worden beantwoord, is de kans groot dat de zzp’er juridisch gezien een werknemer is. In de praktijk spelen daarnaast andere factoren mee, zoals organisatorische inbedding en de mate van zelfstandigheid.
Tip! Controleer of zzp’ers daadwerkelijk als zelfstandigen werken. Kijk bijvoorbeeld naar hun risico’s: gebruiken ze eigen middelen, dragen ze ondernemersrisico en kunnen ze zelf bepalen hoe ze hun werk uitvoeren?
Vanaf 2026 wordt de beoordeling van arbeidsrelaties aangescherpt met de mogelijke invoering van de Wet VBAR. Hierbij kan de opdrachtgever verantwoordelijk worden gehouden voor het bewijzen dat er geen sprake is van een dienstverband. Dit geldt vooral bij zzp’ers met een laag tarief, bijvoorbeeld onder de €33 per uur.
Let op! Hoewel deze wet nog niet definitief is, kan het verstandig zijn om uw beleid alvast aan te scherpen. Het is eenvoudiger om nu stappen te zetten dan om later een volledige herstructurering door te voeren.
Het naleven van de Wet DBA vraagt om een goede risicoanalyse van de arbeidsrelaties binnen uw organisatie. Zorg dat u duidelijke afspraken maakt met zzp’ers en deze vastlegt in overeenkomsten. Voorkom dat zzp’ers worden aangestuurd alsof het werknemers zijn en laat hen werken op een manier die aansluit bij hun zelfstandigheid.
Tip! Houd rekening met de specifieke situatie. Niet elk zzp-contract brengt dezelfde risico’s met zich mee. Door te kijken naar factoren zoals tarief, werkduur en de mate van onafhankelijkheid, kunt u gericht actie ondernemen.
De strengere handhaving en nieuwe wetgeving vragen om een proactieve houding. Door nu al te onderzoeken of uw zzp-constructies voldoen, voorkomt u vervelende verrassingen. Raadpleeg bij twijfel de geldende richtlijnen van de Belastingdienst of schakel ons juridisch advies in om zeker te zijn van een correcte aanpak.
Hermans & Partners werkt met een scan die u met twintig vragen inzicht biedt in uw risico op schijnzelfstandigheid. Zo weet u precies waar actie ondernomen kan worden en wat al geregeld is.
We hebben het er recent al eerder over gehad, de ‘Uber-uitspraak- van de Hoge Raad. In dit artikel bespreken we kort wat deze uitspraak voor uw onderneming en het zzp-vraagstuk betekent.
Had u in 2024 recht op een loonkostenvoordeel (LKV) of het lage inkomensvoordeel (LIV), dan ontvangt u uiterlijk 15 maart 2025 van het UWV een voorlopige berekening Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) 2024. Controleer deze goed en kom bij onjuistheden of onvolledigheden in actie.
In het Deliveroo-arrest heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over de vraag wanneer sprake is van een arbeidsovereenkomst. De Raad heeft geantwoord dat gekeken moet worden naar diverse omstandigheden, bezien in onderlinge samenhang. Het gaat dus om een zogeheten holistische toets. Voor de kwalificatievraag is de bedoeling van partijen niet van belang.
Wilt u op de hoogte blijven van het laatste nieuws? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief.